woensdag 26 oktober 2011

Renovatie plankengewelf voormalige refter van de Sint-Pietersabdij is af

In de 18e eeuw werd het plankengewelf van de refter van de Gentse Sint-Pietersabdij op verzoek van abt Philippe Standaert verfraaid met schilderingen. De taferelen, die teruggaan op thema’s uit het Oude en Nieuwe Testament houden verband met spijs en drank. Door geldgebrek kon het gewelf echter niet meer vernist worden, waardoor het in de 19e en 20e eeuw enorm afgezien heeft door vocht en schimmels. In 1989 werd een project gestart om de schilderingen te restaureren, met een voorziene voltooiing zo’n tiental jaar later. Noch de timing, noch het vooropgestelde budget van 315.000 EUR bleken haalbaar, toen men tijdens de restauratie ontdekte dat sommige panelen zwaarder waren aangetast dan ingeschat. Gelukkig werden twee bedrijven bereid gevonden om de restauratiewerken mee te financieren. In 1989 werd in ATS nv uit Merelbeke een partner gevonden, later kwam daar Denys nv uit Wondelgem bij.

Restaurateurs Hugo Vandenborre en Mik Lauwers die met de steun van twee Gentse bedrijven het 18de eeuwse plankengewelf in ere herstelden, deden er meer dan twintig jaar over. Het was al in de 18de eeuw, toen de abdij nog bevolkt werd door paters Benedictijnen, een monnikenwerk. Maar nog veel meer geduld moesten de restaurateurs opbrengen om deze 645 m² beschilderde oppervlakte te reinigen en te retoucheren. Met de jaren evolueerde de reinigingstechniek, zodat zich nog een eindretouche opdrong. Normaal zou de refter hiervoor vier maanden helemaal in de steigers gezet worden, maar de restaurateurs waagden het erop om met hoogwerkers aan de slag te gaan. Het was een heksentoer om die zware toestellen met hijsmateriaal binnen te krijgen. Na hun hoogtevrees te hebben overwonnen, balanceerden drie restaurateurs maanden door dit hemelruim. En het resultaat mag gezien worden. Het gaat om een langlopend mecenaatproject dat slechts mogelijk was door het cultureel engagement van beide sponsors. De Stad Gent is hen hiervoor bijzonder erkentelijk en sluit de campagne af met een feestelijk dankuwel op woensdag 26 oktober. Vanaf dan kan iedereen het gerestaureerde plankengewelf bezichtigen bij een bezoek aan de Sint-Pietersabdij.

Situering
De reftervleugel, waarvan de grote puntgevel opvalt in de gevelrij aan het Sint-Pietersplein, is het enige deel van de Sint-Pietersabdij dat nog een laatmiddeleeuws uitzicht heeft. Hij is opgetrokken uit Doornikse steen en fungeert in feite als scheidingsvleugel tussen de pandhof aan de zijde van de kerk en de binnenkoer die uitziet op de Wereld van Kina: het Huis. Net zoals de middeleeuwse refters van het Bijlokeklooster en de Sint-Baafsabdij bevindt ook de eigenlijke refterhal zich op de verdieping.

Geschiedenis
Archiefbronnen leren ons dat deze ‘nieuwe refter’ al in de eerste helft van de 15de eeuw was gebouwd en onderzoek wees uit dat de kapconstructie alsook het spitsbogig plankengewelf al uit die periode dateren. Het eikenhout was gekwartierd, wat de minste vervorming garandeert. Die planken werden oorspronkelijk beschilderd met decoratieve sjabloonmotieven langs de ribben. De kopmuur aan de westzijde draagt nog de sporen van een zwarte contourschildering, die een monumentaal meubel bekroonde en uit dezelfde periode dateerde.
In het derde kwart van de 18de eeuw werd onder het abbatiaat van Philippe Standaert (1730-1759) de volledige beplanking overschilderd. De toeschrijving aan een lid van de beroemde Gentse kunstenaarsfamilie Van Reysschoot, waarbij dan vooral Pieter-Emmanuel Van Reysschoot (1712-1773) wordt genoemd, blijft onzeker. Ook Martin Geeraert (1707-1791) wordt regelmatig naar voor geschoven als realisator van het project. In die tijd had de refter een volledige houten binnenbekleding met aan één langswand grote landschapsschilderijen, waarvan er nu nog een viertal van de oorspronkelijke tien bestaan. De decoratie liep door boven de hele beplanking, dus ook op de muurvlakken. In totaal waren dus twee muurvlakken en het volledige plafond met inbegrip van de 11 ribben beschilderd. Elk paneel had zijn eigen florale omlijsting die doorliep over de ribben.

Thematiek
De laatste gewelfschildering omvat een rijke variatie van figuratieve taferelen die teruggaan op thema’s uit het oude en nieuwe testament en in verband staan met spijs en drank, verdeeld over tweemaal tien vakken. Ook de beide kopmuren waren van schilderingen voorzien, maar dan wel aangebracht op doek: de zijde van het Sint-Pietersplein stelt Mozes in de woestijn voor en aan de andere zijde van de zaal ziet men de Bruiloft van Cana; die koptaferelen sloten aan bij de plafondschildering van de uiteinden en vormden er één inhoudelijk geheel mee.

Het eerstgenoemde tafereel was begrensd met de Ark des Verbonds en de Toonbroden; het andere zaaluiteinde toont de sleutels van de Sint-Pietersabdij, symbolen van de eucharistie en de aankleding van de abt. De doekschilderijen op de muren zijn verdwenen. In het midden van de zaal zijn recht tegenover elkaar, gespreid over telkens vier panelen, twee grote taferelen uitgeschilderd. De zijde van de kerk stelt de graanoogst voor die welwillend wordt gadegeslagen door God de vader. In het tegenoverliggend tafereel zien we druivenplukkers bezig de oogst binnen te halen. Het werk wordt uitgevoerd in een nogal onbestemd landschap dat zich uitstrekt onder een weidse regenboog. De regenboog symboliseert de verbinding tussen God en de mensen. Oudere ronde gewelfsleutels in de nok verwijzen naar het abbatiaat van Arsenius Schaeyck (1615-1631) en zijn in het huidige kleurenpalet opgenomen.

Mecenaat
Het langlopende renovatieproject werd opgestart in 1989 toen nv ATS uit Merelbeke werd bereid gevonden om de restauratiewerken van het plankengewelf te financieren; de Koning Boudewijnstichting patroneerde het project al die tijd en het stadsbestuur zorgde voor logistieke steun (stellingen en inzet van arbeiders van de Dienst Gebouwen).
De vooropgestelde timing van tien jaar, noch de eraan gekoppelde budgettering (315.000 euro) bleken een haalbare kaart; tijdens de werken werd vastgesteld dat sommige panelen zwaarder waren aangetast dan aanvankelijk werd ingeschat. In 1999 sprong nv Denys uit Wondelgem bij als partner in de sponsoring en sinds 2004 past ook het stadsbestuur jaarlijks 25.000 euro bij, waardoor het jaarlijks te besteden budget ongeveer 100.000 euro bedraagt. Vandaag heeft de totale operatie ongeveer 1.000.000 euro bereikt, waarvan 85% gerealiseerd werd door cultuursponsoring. Als return voor hun inbreng kunnen de bedrijven gebruik maken van de abdij voor recepties of nocturnes met hun klanten.

Ontbrekende hoofden
Op één tafereel ontbraken twee planken, die de hoofden van twee figuren voorstelden. De beide zaakvoerders van de sponsorende bedrijven waren bereid hun hoofden ‘te lenen’ om de ontbrekende figuratie aan te vullen. Die hedendaagse toets past volledig in de restauratiefilosofie om geen historiserende toevoegingen te integreren en knoopt tegelijk aan bij de traditie om mecenassen af te beelden op historische kunstwerken; denken we hierbij aan het echtpaar Judocus Vijdt dat in de 15de eeuw dankbaar figureerde op twee panelen van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal. Tegelijkertijd is het een eerbetoon aan de betrokken bedrijven die dit uniek stedelijk erfgoed ondersteunden.

Enkele cijfers
De refter meet 39 meter bij 11 meter; de totale oppervlakte van het plankengewelf bedraagt 645m² en telt maar liefst 1.920 planken. Het verwijderen, de houtrestauratie, fixatie, reiniging, retouches van de beschildering en het terugplaatsen van één plank namen gemiddeld drie dagen in beslag. Het aantal gepresteerde uren wordt op 35.000 geschat, wat overeenkomt met 5.000 mandagen. Het was dus een monnikenwerk dat al die tijd werd gepresteerd door het restaurateurscollectief van Hugo Vanden Borre en Miek Lauwers uit Lovendegem. En dan te bedenken dat het schilderen zelf volgens de archieven amper één jaar in beslag nam.

Bezichtiging plankengewelf
Men kan het plankengewelf op twee manieren bezichtigen:
- Individueel bezoek je de abdij met een handcomputer. De digitale monnik Alison neemt je mee van de kelder tot de nok van de abdij. In de refter krijg je uitgebreid de kans om het beschilderde gewelf te bekijken.
- In groep kan je met een gegidste rondleiding de abdij ontdekken, in de refter geeft de gids alle informatie mee over het plankengewelf en de restauratie.

Sint-Pietersabdij is open van dinsdag tot zondag, van 10 tot 18 uur (laatste toegang Alison:
16.30 uur). Open op paasmaandag en pinkstermaandag.

Prijzen
Bezoek aan de abdij met de movieguide Alison: volwassenen: 8 euro; senioren 55+, inwoners van Gent en groepen vanaf 15 personen: 6,75 euro per persoon; jongeren tot en met 18 jaar: 3 euro, jongeren 19-25 jaar: 4 euro.
Rondleidingen met een gids: 75 euro per groep van maximum 20 personen en 3,75 euro per persoon toegang tot de abdij en de tentoonstellingen.

Informatie


Website: www.gent.be/spa


Reservaties: tel. 09 269 60 02, e-mail info@boekjebezoek.be

Geen opmerkingen: