Uit een grootschalig onderzoek van de UGent en de K.U.Leuven, gefinancierd door het IWT, blijkt dat een grote meerderheid van de mensen die aan het scheiden zijn een gemiddeld, goede levenskwaliteit heeft die nog stijgt doorheen hun scheidingsproces. Eén tot twee op de tien scheidende mensen beleeft die levenskwaliteit echter als ronduit slecht. Hun levenskwaliteit verbetert ook niet in de eerste 2 jaar na scheiding. Een aangepaste ondersteuning door een scheidingsdeskundige heeft een impact op de levenskwaliteit van de betrokkenen tijdens en na de scheiding. Dit geldt ook voor goede regelingen tussen de ex-partners. Daarbij is niet zozeer wat er geregeld wordt van belang, maar wel de beoordeling dat de regeling fair, volledig, op maat gemaakt en duidelijk is. Kinderen willen het gevoel hebben dat hun ouders rekening met hen houden, maar willen niet beslissen. 1865 volwassenen en 230 kinderen namen deel aan het Interdisciplinair Project voor de Optimalisatie van Scheidingstrajecten (IPOS). Daaruit blijkt dat meerdere factoren van belang zijn voor een goede levenskwaliteit tijdens en na een echtscheiding.
Mensen met een hoger inkomen, een inkomen uit arbeid, een nieuwe partner bij de start van de scheiding, minder conflict voor de scheiding en een groter gevoel van autonomie hebben meer kans om een scheiding door te komen met een minimaal verlies aan levenskwaliteit en een herstel van dat verlies kort na de scheiding. 89% van de deelnemers aan het IPOS-onderzoek maken deel uit van deze groep. De overige 11% scoren minder goed op één of meerdere factoren en ervaren hun levenskwaliteit gemiddeld als slecht. De levenskwaliteit van vrouwen in scheiding is lager, niet omdat ze vrouw zijn, maar omdat ze een lager inkomen hebben. Tijdens het huwelijk offeren ze namelijk vaker hun carrière op in functie van het gezin. Mensen die scheiden door onderlinge toestemming (EOT), die beroep doen op een bemiddelaar en bijstand kregen van een scheidingsdeskundige die empathisch, aanvaardend, authentiek en onpartijdig overkwam, rapporteren minder verlies aan levenskwaliteit tijdens en na hun scheiding. Zich schuldig voelen aan de scheiding speelt een belangrijke rol tijdens de onderhandelingen en heeft een negatief effect op de levenskwaliteit. Niet wat mensen overeenkomen maar wel hoe ze hun overeenkomst beoordelen, is belangrijk voor hun levenskwaliteit. Mensen die hun regeling beoordelen als fair, op maat, duidelijk en volledig, hebben een hogere levenskwaliteit tijdens de scheiding en de eerste 2 jaar daarna. Gemiddeld beoordelen mensen hun overeenkomst na verloop van tijd negatiever, dus minder fair, op maat, duidelijk of volledig. Dit is meer uitgesproken bij mensen die wat ouder zijn, een lagere werkstatus hebben en de scheiding zelf initieerden.
Kinderen geven actief betekenis aan scheiding. Conflict is moeilijk voor hen en heeft een negatief effect op hun levenskwaliteit. Maar het negatief effect van conflict kan worden opgevangen als kinderen het gevoel hebben ‘het verschil te maken’ in het leven van hun ouders. Kinderen willen betrokken, geïnformeerd en beluisterd worden, maar niet beslissen. De ouder-kindrelatie is belangrijker dan de verblijfsregeling op zich. Kinderen hebben het gevoel dat met hun mening rekening is gehouden maar kennen hun rechten niet. Na scheiding kunnen ouderschap en stiefouderschap zich op verschillende manieren verhouden.
Scheidingsbemiddeling gebeurt los van de rechtbank. De autonomie van de partners wordt bevorderd door hen de mogelijkheid te bieden geïnformeerde keuzes te maken bij de start van hun scheidingstraject. Tijdens het scheidingstraject is het bevorderen van multidisciplinaire samenwerking aangewezen. Ten slotte zijn er aanwijzingen dat het traject Echtscheiding door Onherstelbare Ontwrichting een aantal risico’s inhoudt. Om een ‘goede’ scheiding te bevorderen, wordt van scheidingsdeskundigen verwacht dat zij:
- Kunnen omgaan met conflict
- Autonomie en controle bevorderen zodat betrokkenen maximaal zelf beslissen
- Aandacht hebben voor en omgaan met emoties
- Empathisch, aanvaardend, authentiek en onpartijdig tussenkomen
- Extra aandacht hebben indien ex-partners een laag inkomen, geen werk en/of geen nieuwe partner hebben
- Oog hebben voor hoe de ex-partners de regeling beleven (fair, op maat gemaakt, duidelijk en volledig)
- Anticiperen op toekomstige minder goede beleving van de regeling (voorstellen om bemiddelings- of herzieningsclausules in de regeling op te nemen)
- Ouders laten kijken door de ogen van kinderen en als men wil of moet, bewust, doordacht en onderbouwd kinderen betrekken
Website scheidingsonderzoek
vrijdag 30 september 2011
Grootschalig scheidingsonderzoek in Vlaanderen
Gepost door Guido Van Peeterssen op 02:23
Labels: scheidingsonderzoek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten