Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits heeft vandaag het eerste verkeersindicatorenrapport voorgesteld. Voor het eerst bestaat er nu een precies beeld van het aantal en het type voertuigen dat op de autowegen in Vlaanderen rijdt. Het meeste verkeer bevindt zich op het zuidelijke deel van de Antwerpse ring (R1) en op de Brusselse ring (R0). Het grootste aantal vrachtwagens rijdt in de regio Antwerpen. Op basis van deze gegevens kan het mobiliteitsbeleid verder verfijnd worden, onder meer door een slimmere sturing van het verkeer.
Objectieve verkeersmetingen vormen de basis van een goed mobiliteitsbeleid. De metingen gebeuren nu via het project ‘Meten in Vlaanderen’. Dat is een basismeetnetwerk op de autowegen. Dat netwerk bestaat uit dubbele detectielussen. De technologie wordt geïnstalleerd aan alle op- en afrittencomplexen, bij knooppunten en ter hoogte van parkings. Kortom op alle plaatsen waar het verkeer de autoweg op- en afrijdt. In cijfers betekent dit de toerusting van 193 op- en afrittencomplexen, 23 knooppunten tussen snelwegen en 19 parkings. De bedoeling is het basisnetwerk tegen eind volgend jaar volledig te voltooien. Maar nu al kan voor bijna elke wegvak op de autowegen in kaart worden gebracht hoeveel en welk type verkeer ervan gebruik maken. Voor het eerst is er bijvoorbeeld een betrouwbaar onderscheid te maken tussen personen- en bestelwagens enerzijds en vrachtwagens anderzijds. Minister Hilde Crevits: “Omdat objectieve verkeersmetingen noodzakelijk zijn voor een gericht beleid werd in de voorbije jaren ruim 10 miljoen euro geïnvesteerd in de uitbouw van het basismeetnet. Dit en volgend jaar voorzie ik in een bijkomende investering van net geen 5 miljoen euro. Zo kan tegen volgend jaar het volledige basismeetnet een feit zijn."
Verkeersinformatie is eveneens te verzamelen op andere manieren. Via gsm-, gps- of Bluetooth-signalen. Die gegevens voldoen op vandaag niet om een totaal inzicht te krijgen in het verkeer en de mobiliteit. Vandaar dat het belangrijk blijft om in eigen meetsystemen te investeren. Op basis van het basismeetnet weet het Vlaams Verkeerscentrum precies hoeveel voertuigen er zich op elk ogenblik op elke wegvak bevinden, of de dichtheid aan voertuigen op het wegvak. Het verkeer kan daardoor actief worden aangestuurd en gevaarlijke situaties worden snel ontdekt. Indien nodig kunnen de maximumsnelheden snel worden aangepast om de doorstroming beter te laten verlopen of de kans op ongevallen te verminderen. De meeste sturingen van het verkeer gebeuren nu op basis van snelheden en/of reistijden. Dit is een reactieve manier om het verkeer aan te sturen, omdat er pas wordt gereageerd als de verkeerssnelheid al daalt of de reistijd toeneemt. Voorbeelden hiervan zijn de huidige aansturing van de rijstrooksignalisatie (dynamische maximumsnelheid die reageert op de actuele verkeerssnelheid) en filestaartbeveiliging (reductie maximum snelheid eens de file er al is).
De top 40 van de drukste wegvakken in Vlaanderen bestaat, op twee wegvakken na, volledig uit wegvakken gesitueerd op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1) en op de Brusselse ring (R0). De Antwerpse ring (R1) spant de kroon. De 9 drukste wegvakken zijn allemaal gesitueerd op het zuidelijk deel van de ring. Het drukste wegvak in Vlaanderen is Berchem-Borgerhout in beide rijrichtingen. Het drukste wegvak op de Brusselse ring (R0) is UZ-Jette – Zellik (plaatsen 10 en 11 in de top 40).
Uit de vergelijking van de 10 drukste wegvakken valt meteen op hoe sterk de omvang van de verkeersvolumes op de snelwegen verschilt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grootste problemen op vlak van de verkeersafwikkeling zijn gesitueerd in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Het aantal voertuigen per rijrichting en per dag per provincie (werkdagen buiten de schoolvakantie) op de 10 drukste wegvakken:
Daar waar het personenverkeer in grote aantallen voorkomt op de wegvakken in de Vlaamse Ruit (Antwerpen-Gent-Brussel-Leuven) is het vrachtverkeer op de Vlaamse snelwegen in sterke mate geconcentreerd in de regio Antwerpen. Dit is voornamelijk op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1), E19 Antwerpen-Breda, E313 Antwerpen-Ranst en op het volledige traject van de E17 (Antwerpen-Rijsel). De volledige top 40 van de wegvakken met het grootst aantal vrachtwagens per dag is gesitueerd in de regio Antwerpen. Het gaat over 30 wegvakken op de Antwerpse ring (R1), 10 wegvakken op de E17 en de E313. De top drie van drukste wegvakken in de regio Antwerpen zijn Berchem-Antwerpen-Zuid, Berchem-Borgerhout en Borgerhout-Berchem. Alle drie met meer dan 24.000 vrachtwagens per rijrichting per dag.
Ter vergelijking, het drukste wegvak op de Brusselse Ring, wat betreft het aantal vrachtwagens, is het wegvak UZ-Jette – Zellik. Met bijna 13.000 vrachtwagens per rijrichting en per dag komt dit wegvak, al naargelang de rijrichting pas op de 71 ste en 77 ste plaats in Vlaanderen. De wegvakken met het hoogste percentage vrachtwagens tussen de 40 à 67% situeren zich voornamelijk in de grensgebieden. Op de wegvakken naar de landsgrenzen rijden personenwagens in lagere aantallen. Vrachtverkeer heeft logischerwijs een meer uitgesproken internationaal karakter.
De 40 meest verzadigde wegvakken op de snelwegen zijn ook nagenoeg allemaal gesitueerd op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1) en de Brusselse ring (R0). De huidige verkeersvolumes zijn voldoende om de volledige capaciteit van deze wegvakken gedurende 12 tot zelfs 16 uur per dag volledig te vullen. In de regio Brussel is de verzadiging van de snelwegen voornamelijk te wijten aan het grote aantal personenwagens. Het aandeel vrachtverkeer ligt met 13% doorgaans kleiner dan elders. In de regio Antwerpen is de verzadiging van de snelwegen te wijten aan én het grote aantal personenwagens én het grote aantal vrachtwagens. Het aandeel vrachtverkeer bedraagt er 20% of meer.
Ondanks het feit dat de verkeersvolumes in Antwerpen groter zijn dan in Brussel scoren de snelwegen in de regio Brussel hoger op vlak van verzadigingsgraad omwille van het beperkter aantal rijstroken. Het meest verzadigde wegvak is UZ-Jette – Zellik op de Brusselse ring (2x3 rijstroken). Ondanks de aanwezigheid van 2x5 rijstroken op de Antwerpse ring tussen Berchem-Borgerhout staat dit wegvak toch nog op de 9 de en 10 de plaats van meest verzadigde wegvakken. Ook buiten de zones met de dagelijkse structurele verkeersdrukte komen wegvakken voor met een hoge verzadigingsgraad. Dit is onder meer het geval voor de E17 tussen Gent en St-Niklaas. Verzadigde wegvakken zijn bijzonder kwetsbaar. Enerzijds geeft iedere verstoring (incident) meteen aanleiding tot duidelijke problemen, anderzijds zal het, bij een verdere groei van het wegverkeer niet lang meer duren vooraleer ook hier structurele verkeersproblemen ontstaan.
Globaal gezien nam het vrachtverkeer op de autowegen in 2009 op jaarbasis af met ruim 6% ten opzichte van 2008, vermoedelijk door de economische crisis. Het personenverkeer vertoonde in dezelfde periode een lichte toename van ruim 1%. In vergelijking met 2009 nam het vrachtverkeer op de Vlaamse snelwegen in 2010 weer toe (cfr economische heropleving). Ook het personenverkeer nam in de meeste maanden van vorig jaar lichtjes toe. Op jaarbasis vertoont het personenverkeer in 2010 een lichte afname tot status quo ten opzichte van 2009. Dit is volledig toe te schrijven aan een significante daling van het personenverkeer in februari en december 2010, twee maanden gekenmerkt door een heus winteroffensief met aanzienlijke sneeuwval. Minister Hilde Crevits: “Ik vind het belangrijk om evoluties waar te nemen. Deze kwantitatieve cijfers over het verkeer op de autowegen vormen de basis van verkeersmodellen. Aan de hand daarvan kunnen prognoses worden gemaakt van de verkeers- en mobiliteitsontwikkeling in de toekomst. Zo kan de impact van maatregelen op voorhand worden ingeschat, bijvoorbeeld versmalde rijstroken met een snelheidsbeperking tijdens wegenwerken. Verkeersmetingen laten toe de effecten van al genomen maatregelen te onderzoeken en na te gaan in hoeverre de beoogde doelstellingen worden gerealiseerd of welke neveneffecten zich voordoen. Aan de hand van de analyse van de verkeersmetingen in de knelpuntenzones kan de diagnose worden gesteld van het probleem.”
De cijfers in het rapport ‘Verkeersindicatoren Hoofwegennet Vlaanderen 2010’ zullen minstens jaarlijks worden geactualiseerd. Het rapport zal in de toekomst stelselmatig worden uitgebreid met bijkomende verkeersindicatoren. Extra info over filelengte, filezwaarte en de impact van incidenten zijn te vinden in het rapport. Iedereen kan het raadplegen op de website van het Verkeerscentrum http://www.verkeerscentrum.be
Objectieve verkeersmetingen vormen de basis van een goed mobiliteitsbeleid. De metingen gebeuren nu via het project ‘Meten in Vlaanderen’. Dat is een basismeetnetwerk op de autowegen. Dat netwerk bestaat uit dubbele detectielussen. De technologie wordt geïnstalleerd aan alle op- en afrittencomplexen, bij knooppunten en ter hoogte van parkings. Kortom op alle plaatsen waar het verkeer de autoweg op- en afrijdt. In cijfers betekent dit de toerusting van 193 op- en afrittencomplexen, 23 knooppunten tussen snelwegen en 19 parkings. De bedoeling is het basisnetwerk tegen eind volgend jaar volledig te voltooien. Maar nu al kan voor bijna elke wegvak op de autowegen in kaart worden gebracht hoeveel en welk type verkeer ervan gebruik maken. Voor het eerst is er bijvoorbeeld een betrouwbaar onderscheid te maken tussen personen- en bestelwagens enerzijds en vrachtwagens anderzijds. Minister Hilde Crevits: “Omdat objectieve verkeersmetingen noodzakelijk zijn voor een gericht beleid werd in de voorbije jaren ruim 10 miljoen euro geïnvesteerd in de uitbouw van het basismeetnet. Dit en volgend jaar voorzie ik in een bijkomende investering van net geen 5 miljoen euro. Zo kan tegen volgend jaar het volledige basismeetnet een feit zijn."
Verkeersinformatie is eveneens te verzamelen op andere manieren. Via gsm-, gps- of Bluetooth-signalen. Die gegevens voldoen op vandaag niet om een totaal inzicht te krijgen in het verkeer en de mobiliteit. Vandaar dat het belangrijk blijft om in eigen meetsystemen te investeren. Op basis van het basismeetnet weet het Vlaams Verkeerscentrum precies hoeveel voertuigen er zich op elk ogenblik op elke wegvak bevinden, of de dichtheid aan voertuigen op het wegvak. Het verkeer kan daardoor actief worden aangestuurd en gevaarlijke situaties worden snel ontdekt. Indien nodig kunnen de maximumsnelheden snel worden aangepast om de doorstroming beter te laten verlopen of de kans op ongevallen te verminderen. De meeste sturingen van het verkeer gebeuren nu op basis van snelheden en/of reistijden. Dit is een reactieve manier om het verkeer aan te sturen, omdat er pas wordt gereageerd als de verkeerssnelheid al daalt of de reistijd toeneemt. Voorbeelden hiervan zijn de huidige aansturing van de rijstrooksignalisatie (dynamische maximumsnelheid die reageert op de actuele verkeerssnelheid) en filestaartbeveiliging (reductie maximum snelheid eens de file er al is).
De top 40 van de drukste wegvakken in Vlaanderen bestaat, op twee wegvakken na, volledig uit wegvakken gesitueerd op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1) en op de Brusselse ring (R0). De Antwerpse ring (R1) spant de kroon. De 9 drukste wegvakken zijn allemaal gesitueerd op het zuidelijk deel van de ring. Het drukste wegvak in Vlaanderen is Berchem-Borgerhout in beide rijrichtingen. Het drukste wegvak op de Brusselse ring (R0) is UZ-Jette – Zellik (plaatsen 10 en 11 in de top 40).
Uit de vergelijking van de 10 drukste wegvakken valt meteen op hoe sterk de omvang van de verkeersvolumes op de snelwegen verschilt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grootste problemen op vlak van de verkeersafwikkeling zijn gesitueerd in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Het aantal voertuigen per rijrichting en per dag per provincie (werkdagen buiten de schoolvakantie) op de 10 drukste wegvakken:
- Antwerpen: 100.000 tot 130.000
- Vlaams-Brabant: 80.000 tot 93.000
- Oost-Vlaanderen: 60.000 tot 67.000
- West-Vlaanderen: 40.000 tot 50.000
- Limburg: 30.000 tot 37.000
Deze zijn gesitueerd:
- Antwerpen: zuidelijk deel Antwerpse ring (R1)
- Vlaams-Brabant: noordelijk deel Brusselse ring (R0)
- Oost-Vlaanderen: E40 tussen St-Denijs-Westrem en Wetteren en E17 tussen Gent en Beervelde
- West-Vlaanderen: E17 tussen grens Kruishoutem en Kortrijk-Zuid
- Limburg: E313 tussen Tessenderlo en Hasselt-West en E314 tussen Genk en Heusden-Zolder
Daar waar het personenverkeer in grote aantallen voorkomt op de wegvakken in de Vlaamse Ruit (Antwerpen-Gent-Brussel-Leuven) is het vrachtverkeer op de Vlaamse snelwegen in sterke mate geconcentreerd in de regio Antwerpen. Dit is voornamelijk op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1), E19 Antwerpen-Breda, E313 Antwerpen-Ranst en op het volledige traject van de E17 (Antwerpen-Rijsel). De volledige top 40 van de wegvakken met het grootst aantal vrachtwagens per dag is gesitueerd in de regio Antwerpen. Het gaat over 30 wegvakken op de Antwerpse ring (R1), 10 wegvakken op de E17 en de E313. De top drie van drukste wegvakken in de regio Antwerpen zijn Berchem-Antwerpen-Zuid, Berchem-Borgerhout en Borgerhout-Berchem. Alle drie met meer dan 24.000 vrachtwagens per rijrichting per dag.
Ter vergelijking, het drukste wegvak op de Brusselse Ring, wat betreft het aantal vrachtwagens, is het wegvak UZ-Jette – Zellik. Met bijna 13.000 vrachtwagens per rijrichting en per dag komt dit wegvak, al naargelang de rijrichting pas op de 71 ste en 77 ste plaats in Vlaanderen. De wegvakken met het hoogste percentage vrachtwagens tussen de 40 à 67% situeren zich voornamelijk in de grensgebieden. Op de wegvakken naar de landsgrenzen rijden personenwagens in lagere aantallen. Vrachtverkeer heeft logischerwijs een meer uitgesproken internationaal karakter.
De 40 meest verzadigde wegvakken op de snelwegen zijn ook nagenoeg allemaal gesitueerd op het zuidelijk deel van de Antwerpse ring (R1) en de Brusselse ring (R0). De huidige verkeersvolumes zijn voldoende om de volledige capaciteit van deze wegvakken gedurende 12 tot zelfs 16 uur per dag volledig te vullen. In de regio Brussel is de verzadiging van de snelwegen voornamelijk te wijten aan het grote aantal personenwagens. Het aandeel vrachtverkeer ligt met 13% doorgaans kleiner dan elders. In de regio Antwerpen is de verzadiging van de snelwegen te wijten aan én het grote aantal personenwagens én het grote aantal vrachtwagens. Het aandeel vrachtverkeer bedraagt er 20% of meer.
Ondanks het feit dat de verkeersvolumes in Antwerpen groter zijn dan in Brussel scoren de snelwegen in de regio Brussel hoger op vlak van verzadigingsgraad omwille van het beperkter aantal rijstroken. Het meest verzadigde wegvak is UZ-Jette – Zellik op de Brusselse ring (2x3 rijstroken). Ondanks de aanwezigheid van 2x5 rijstroken op de Antwerpse ring tussen Berchem-Borgerhout staat dit wegvak toch nog op de 9 de en 10 de plaats van meest verzadigde wegvakken. Ook buiten de zones met de dagelijkse structurele verkeersdrukte komen wegvakken voor met een hoge verzadigingsgraad. Dit is onder meer het geval voor de E17 tussen Gent en St-Niklaas. Verzadigde wegvakken zijn bijzonder kwetsbaar. Enerzijds geeft iedere verstoring (incident) meteen aanleiding tot duidelijke problemen, anderzijds zal het, bij een verdere groei van het wegverkeer niet lang meer duren vooraleer ook hier structurele verkeersproblemen ontstaan.
Globaal gezien nam het vrachtverkeer op de autowegen in 2009 op jaarbasis af met ruim 6% ten opzichte van 2008, vermoedelijk door de economische crisis. Het personenverkeer vertoonde in dezelfde periode een lichte toename van ruim 1%. In vergelijking met 2009 nam het vrachtverkeer op de Vlaamse snelwegen in 2010 weer toe (cfr economische heropleving). Ook het personenverkeer nam in de meeste maanden van vorig jaar lichtjes toe. Op jaarbasis vertoont het personenverkeer in 2010 een lichte afname tot status quo ten opzichte van 2009. Dit is volledig toe te schrijven aan een significante daling van het personenverkeer in februari en december 2010, twee maanden gekenmerkt door een heus winteroffensief met aanzienlijke sneeuwval. Minister Hilde Crevits: “Ik vind het belangrijk om evoluties waar te nemen. Deze kwantitatieve cijfers over het verkeer op de autowegen vormen de basis van verkeersmodellen. Aan de hand daarvan kunnen prognoses worden gemaakt van de verkeers- en mobiliteitsontwikkeling in de toekomst. Zo kan de impact van maatregelen op voorhand worden ingeschat, bijvoorbeeld versmalde rijstroken met een snelheidsbeperking tijdens wegenwerken. Verkeersmetingen laten toe de effecten van al genomen maatregelen te onderzoeken en na te gaan in hoeverre de beoogde doelstellingen worden gerealiseerd of welke neveneffecten zich voordoen. Aan de hand van de analyse van de verkeersmetingen in de knelpuntenzones kan de diagnose worden gesteld van het probleem.”
De cijfers in het rapport ‘Verkeersindicatoren Hoofwegennet Vlaanderen 2010’ zullen minstens jaarlijks worden geactualiseerd. Het rapport zal in de toekomst stelselmatig worden uitgebreid met bijkomende verkeersindicatoren. Extra info over filelengte, filezwaarte en de impact van incidenten zijn te vinden in het rapport. Iedereen kan het raadplegen op de website van het Verkeerscentrum http://www.verkeerscentrum.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten