De chemische industrie, kunststoffen en life sciences in België heeft een sterk jaar 2010 achter de rug. De omzet groeide met 15% tot ruim 52 miljard euro en de productie-installaties draaien weer op het trendniveau van vóór de financiële en economische crisis. Dat de sector vertrouwen heeft in een duurzame toekomst in ons land bewijst de forse stijging van de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) met 6% tot 2,43 miljard euro, een absoluut record. Ook het handelsoverschot bereikte met 25 miljard euro een nieuw hoogtepunt. Toch is de impact van de crisis nog voelbaar in een lichte daling van het aantal jobs tot 90.400 directe arbeidsplaatsen. Loonmatiging en loonkostenverlaging blijven dan ook prioritaire aandachtspunten voor het behoud van de tewerkstelling. In haar boodschap naar de beleidsmakers dringt essenscia aan op meer visie en samenhang in het federale en gewestelijke energiebeleid. Vooral de spectaculair oplopende meerkosten voor hernieuwbare energie baren de ondernemingen uit de sector zorgen.
De globale financiële en economische crisis maakte in 2009 een einde aan de jaren van ononderbroken groei in de chemische industrie, kunststoffen en life sciences. Door de sterk afgenomen vraag viel de omzet met 17% terug tot 45,2 miljard euro. Vanaf het eerste kwartaal van 2010 namen de orders toe en klom de sector uit het dal wat resulteerde in een jaaromzet van 52,2 miljard euro. Sinds begin 2011 draaien de productieinstallaties met een bezettingsgraad van 82% terug op het trendniveau van vóór de crisis. De groei is vooral te danken aan de prestaties van de basischemie die met 25% de sterkste productiegroei van alle subsectoren neerzette. Ondanks het herstel hebben de meeste subsectoren het omzetniveau van vóór de crisis nog niet bereikt. Dit geldt wel voor de farma en consumentenproducten zoals zepen, detergenten en cosmetica die minder zwaar werden getroffen tijdens de crisis en traditioneel minder conjunctuurgevoelig zijn.
De tewerkstelling daalde met 1% tot 90.400 directe jobs, een daling die het gevolg is van enkele herstructureringen omwille van de crisis maar ook de niet-vervanging van oudere werknemers. Het aantal naakte ontslagen bleef zeer beperkt. Het belang van de sector in de tewerkstelling in Belgische industrie nam het voorbije decennium ononderbroken toe: in 2000 vertegenwoordigde de chemie en life sciences 15,4% van de industriële tewerkstelling, in 2010 is dat aandeel toegenomen tot 17,5%. De investeringen in materiële en immateriële vaste activa kenden in 2010 een terugval met 100 miljoen tot 1,33 miljard euro na het moeilijk en onzeker jaar 2009 en de grote cyclische investeringsgolf in onder meer de Antwerpse chemiecluster tussen 2006 en 2008. Ondanks deze terugval, blijft de kapitaalintensieve chemiesector koploper met bijna een kwart van de totale investeringen in de verwerkende industrie. In 2010 en 2011 kondigden verschillende ondernemingen in diverse subsectoren van de chemische en farmaceutische industrie nieuwe investeringen aan.
Een duidelijke indicatie van de heropleving van de sector zijn de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die vorig jaar 2,43 miljard euro bedroegen. Dit is niet alleen een stijging van 6% ten opzichte van 2009, maar eveneens een absoluut record. De chemie en life sciences blijft de meest innovatiegedreven sector met de helft van alle private onderzoeksuitgaven in België en levert zo een belangrijke inspanning om de Europese 3% norm te bereiken. De totale O&O-intensiteit van België (privésector en overheid) bedraagt vandaag 1,9% van het bbp, terwijl de sector 14% van haar toegevoegde waarde aan O&O besteedt. Ook de tewerkstelling in onderzoek nam licht toe: ongeveer 9.000 mensen of 10% van het personeelsbestand van de sector werken voor een O&O afdeling.
De forse stijging van de export tot 107 miljard euro in 2010 illustreert de koppositie van de chemiesector op de exportmarkten. Met een overschot op de handelsbalans van 25 miljard euro bereikt de sector zijn hoogste niveau ooit. Het handelssaldo van de sector is op 10 jaar tijd meer dan verdubbeld en stijgt in 2010 zelfs sterker dan het totale Belgische handelsoverschot dat 15,8 miljard euro bedraagt. Chemie, kunststoffen en life sciences blijven veruit het belangrijkste exportproduct van België met een aandeel van quasi 35% in de totale export van goederen.
Wouter De Geest, voorzitter van essenscia: “Om onze sector te schetsen, gebruik ik graag een beeld uit de atletiek. We zijn een meerkamper. De crisisperiode kan je beschrijven als hordenlopen: we hebben zoals iedereen hindernissen moeten nemen. Gezien de zeer beperkte personeelsafbouw en de vaststelling dat de sector consequent is blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling, durf ik stellen dat de recessie zeer goed gemanaged is. Dat heeft ongetwijfeld een positieve invloed gehad toen de economie weer aantrok: dan is de sector als een hoogspringer krachtig opgeveerd. Het toont aan dat onze ondernemingen over een aanzienlijke wendbaarheid beschikken. Nu moeten we een verspringer worden: ver vooruit kijken op vlak van productontwikkeling om te voldoen aan de maatschappelijke noden, maar ook inzake investeringen. Voor investeringen in nieuwe installaties moeten wij twintig tot dertig jaar kunnen en durven vooruit denken.”
De sector kijkt met vertrouwen naar de toekomst, maar blijft bezorgd over de ontwikkelingen in het energiebeleid die een hypotheek kunnen leggen op toekomstige investeringsbeslissingen. “De economische parameters staan terug in de goede richting. België huisvest een chemie en farmacluster van wereldformaat. Dit is een belangrijke troef die ons een sterke positie geeft in de Europese industrie en onze bedrijven wapent tegen de consolidatiegolven die op ons afkomen”, zegt Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia. “Een competitief en rechtszeker ondernemingsklimaat blijft onze voornaamste bekommernis. Onze sector steunt de ambities van België om tegen 2020 13% van de elektriciteit met hernieuwbare energiebronnen op te wekken. Maar dit moet wel op een kostencompetitieve manier gebeuren, wat absoluut niet het geval is. Voor een doorsnee chemiebedrijf liggen de meerkosten op de elektriciteitsfactuur vandaag 20 keer hoger dan in 2003. Als onze overheden niet ingrijpen, zullen deze meerkosten verder escaleren door de exponentiële kost van de offshore windturbines, de oversubsidiëring van groene stroom en de doorrekening van de zonnepanelen”, besluit Yves Verschueren.
De globale financiële en economische crisis maakte in 2009 een einde aan de jaren van ononderbroken groei in de chemische industrie, kunststoffen en life sciences. Door de sterk afgenomen vraag viel de omzet met 17% terug tot 45,2 miljard euro. Vanaf het eerste kwartaal van 2010 namen de orders toe en klom de sector uit het dal wat resulteerde in een jaaromzet van 52,2 miljard euro. Sinds begin 2011 draaien de productieinstallaties met een bezettingsgraad van 82% terug op het trendniveau van vóór de crisis. De groei is vooral te danken aan de prestaties van de basischemie die met 25% de sterkste productiegroei van alle subsectoren neerzette. Ondanks het herstel hebben de meeste subsectoren het omzetniveau van vóór de crisis nog niet bereikt. Dit geldt wel voor de farma en consumentenproducten zoals zepen, detergenten en cosmetica die minder zwaar werden getroffen tijdens de crisis en traditioneel minder conjunctuurgevoelig zijn.
De tewerkstelling daalde met 1% tot 90.400 directe jobs, een daling die het gevolg is van enkele herstructureringen omwille van de crisis maar ook de niet-vervanging van oudere werknemers. Het aantal naakte ontslagen bleef zeer beperkt. Het belang van de sector in de tewerkstelling in Belgische industrie nam het voorbije decennium ononderbroken toe: in 2000 vertegenwoordigde de chemie en life sciences 15,4% van de industriële tewerkstelling, in 2010 is dat aandeel toegenomen tot 17,5%. De investeringen in materiële en immateriële vaste activa kenden in 2010 een terugval met 100 miljoen tot 1,33 miljard euro na het moeilijk en onzeker jaar 2009 en de grote cyclische investeringsgolf in onder meer de Antwerpse chemiecluster tussen 2006 en 2008. Ondanks deze terugval, blijft de kapitaalintensieve chemiesector koploper met bijna een kwart van de totale investeringen in de verwerkende industrie. In 2010 en 2011 kondigden verschillende ondernemingen in diverse subsectoren van de chemische en farmaceutische industrie nieuwe investeringen aan.
Een duidelijke indicatie van de heropleving van de sector zijn de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die vorig jaar 2,43 miljard euro bedroegen. Dit is niet alleen een stijging van 6% ten opzichte van 2009, maar eveneens een absoluut record. De chemie en life sciences blijft de meest innovatiegedreven sector met de helft van alle private onderzoeksuitgaven in België en levert zo een belangrijke inspanning om de Europese 3% norm te bereiken. De totale O&O-intensiteit van België (privésector en overheid) bedraagt vandaag 1,9% van het bbp, terwijl de sector 14% van haar toegevoegde waarde aan O&O besteedt. Ook de tewerkstelling in onderzoek nam licht toe: ongeveer 9.000 mensen of 10% van het personeelsbestand van de sector werken voor een O&O afdeling.
De forse stijging van de export tot 107 miljard euro in 2010 illustreert de koppositie van de chemiesector op de exportmarkten. Met een overschot op de handelsbalans van 25 miljard euro bereikt de sector zijn hoogste niveau ooit. Het handelssaldo van de sector is op 10 jaar tijd meer dan verdubbeld en stijgt in 2010 zelfs sterker dan het totale Belgische handelsoverschot dat 15,8 miljard euro bedraagt. Chemie, kunststoffen en life sciences blijven veruit het belangrijkste exportproduct van België met een aandeel van quasi 35% in de totale export van goederen.
Wouter De Geest, voorzitter van essenscia: “Om onze sector te schetsen, gebruik ik graag een beeld uit de atletiek. We zijn een meerkamper. De crisisperiode kan je beschrijven als hordenlopen: we hebben zoals iedereen hindernissen moeten nemen. Gezien de zeer beperkte personeelsafbouw en de vaststelling dat de sector consequent is blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling, durf ik stellen dat de recessie zeer goed gemanaged is. Dat heeft ongetwijfeld een positieve invloed gehad toen de economie weer aantrok: dan is de sector als een hoogspringer krachtig opgeveerd. Het toont aan dat onze ondernemingen over een aanzienlijke wendbaarheid beschikken. Nu moeten we een verspringer worden: ver vooruit kijken op vlak van productontwikkeling om te voldoen aan de maatschappelijke noden, maar ook inzake investeringen. Voor investeringen in nieuwe installaties moeten wij twintig tot dertig jaar kunnen en durven vooruit denken.”
De sector kijkt met vertrouwen naar de toekomst, maar blijft bezorgd over de ontwikkelingen in het energiebeleid die een hypotheek kunnen leggen op toekomstige investeringsbeslissingen. “De economische parameters staan terug in de goede richting. België huisvest een chemie en farmacluster van wereldformaat. Dit is een belangrijke troef die ons een sterke positie geeft in de Europese industrie en onze bedrijven wapent tegen de consolidatiegolven die op ons afkomen”, zegt Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia. “Een competitief en rechtszeker ondernemingsklimaat blijft onze voornaamste bekommernis. Onze sector steunt de ambities van België om tegen 2020 13% van de elektriciteit met hernieuwbare energiebronnen op te wekken. Maar dit moet wel op een kostencompetitieve manier gebeuren, wat absoluut niet het geval is. Voor een doorsnee chemiebedrijf liggen de meerkosten op de elektriciteitsfactuur vandaag 20 keer hoger dan in 2003. Als onze overheden niet ingrijpen, zullen deze meerkosten verder escaleren door de exponentiële kost van de offshore windturbines, de oversubsidiëring van groene stroom en de doorrekening van de zonnepanelen”, besluit Yves Verschueren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten