Geen nieuws is lang niet altijd goed nieuws. Volgens de Talent-O-Meter van Acerta i.s.m. iNostix is er in twee jaar tijd weinig veranderd op het vlak van investering en opvolging van talent. Uit de laatste Talent-O-Meter waarbij het effect op het engagement in kaart werd gebracht, blijkt dan ook dat meer dan 77 % van de 2.000 geënquêteerde medewerkers wel bereid is zijn collega’s te helpen, maar slechts 58% bereid is extra inspanningen te leveren voor de organisatie. En dat terwijl alle bedrijven zoeken naar personeel dat bereid is de ‘extra mile’ te presteren. Een 3,31 op 10 voor het investeren in talent, een 3,12 voor de opvolging ervan, een 4,83 op ontwikkelingsgericht leiderschap en een globaal cijfer van 5,86 op 10 voor het talentmanagement: met deze bedroevende cijfers moet het bedrijfsleven zich tevreden stellen. Paul De Schepper, HR Consulting Manager bij Acerta Consult geeft tekst en uitleg: “Onze Talent-O-Meter peilt al twee jaar en vier edities lang bij meer dan 2.000 werknemers uit alle sectoren naar de stand van zaken bij bedrijven op het vlak van talentmanagement. Deze cijfers – die bij de aanvang van onze peilingen in 2009 reeds aan de lage kant waren- zijn in twee jaar tijd nauwelijks veranderd. Integendeel, we constateren zelfs dat de cijfers mbt het engagement van de medewerkers lichtjes dalen in vergelijking met vorige edities. Het gevolg hiervan is een dalende retentie- en aantrekkingskracht van de bedrijven. Werknemers zijn dan ook minder geneigd om hun werkgever aan te bevelen.”
Bij de nieuwe versie van de Talent-O-Meter (uitgevoerd in mei 2011) werden de respondenten ook gepolst naar hun bereidheid om extra inspanningen te doen voor het bedrijf waar ze werken. De Schepper: “The Extra Mile – een rechtstreeks gevolg van engagement - wordt stilaan een begrip in de bedrijfswereld. Hoe schaarser talent wordt en hoe beperkter de middelen, des te belangrijker wordt het om op spontane extra inspanningen en betrokkenheid van je medewerkers te kunnen rekenen, maar ook die resultaten vallen tegen.” 81,2% van de ondervraagden is het er wel mee eens om overuren te maken als een belangrijke opdracht die tot de functie behoort moet afgerond moet worden. 77.3 % is wel spontaan bereid het werk van collega’s die ziek zijn over te nemen. Slechts 56,8% zou de organisatie verdedigen, als anderen het bekritiseren” en amper 58,5%) zal zich vrijwillig aanbieden om dingen te doen die formeel niet vereist worden door de functie.
Paul De Schepper: “De Talent-O-Meter toonde al eerder het verband aan tussen de betrokkenheid en het engagement van de werknemers en de inspanningen op het vlak van Talent Management door de bedrijven. We zien ook dat daar waar de HR-afdeling instrumenten ter beschikking stelt om het talent van de medewerkers optimaal te benutten en te ontwikkelen, en de leidinggevenden over coachende vaardigheden beschikken, het engagement stijgt. Als vandaag bedrijven klagen over de schaarste aan talent op het feit dat gewoon je werk doen niet langer goed genoeg is, dan moet men bereid zijn de investeringen in talentmanagement op een doeltreffende manier op te drijven. Nu blijkt immers dat in twee jaar tijd en ondanks de permanente aandacht voor dit thema in ‘the war for talent’” die investeringen nog te weinig merkbaar zijn in de praktijk.
donderdag 30 juni 2011
Bedrijven blijven matig scoren op talentmanagement
Gepost door Guido Van Peeterssen op 06:21
Labels: Acerta, iNostix, Paul De Schepper, Talent-O-Meter, talentmanagement
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten