zaterdag 14 maart 2009

De olieprijs kan niet hoog genoeg.

Vandaag lees ik dat het Internationaal Energie Agentschap (IEA) het oliekartel OPEC gemaand heeft de productie niet te verlagen om de prijzen op te krikken. Volgens het IEA zouden hogere prijzen ongunstig uitpakken voor de wereldeconomie. Maar de OPEC liet weten bang te zijn dat de prijzen verder dalen. Het oliekartel verklaarde dat dit het belangrijkste thema zal zijn op de bijeenkomst van de OPEC lidstaten zondag in Wenen.

In tegenstelling tot de heren van het IEA zeg ik dat de prijs van ruwe aardolie niet hoog genoeg kan zijn. En dat niet alleen omdat het enorm veel energie kost om die aardolie op te sporen, aan te boren, te verwerken en te transporteren. Een stookolietanker trekt nu eenmaal een spoor van vervuiling achter zich. En het is niet omdat wij het niet merken dat deze vervuiling er niet is. Maar aardolie is ook een politieke factor die instabiliteit veroorzaakt: iedereen wil er zich meester van maken. Tijd dus om ons af te vragen of we die duurbetaalde energie wel moeten importeren en verbruiken aan hoog tempo. Of is het niet beter die broodnodige energie zelf op te wekken en te leren om er spaarzaam mee om te gaan?

Akkoord onze economie heeft energie nodig, en het is niet het moment om nog meer werkloosheid en economische problemen te veroorzaken. Maar mensen zijn plots heel wat zorgzamer en spaarzamer. Is het niet voor het milieu, dan wel voor hun portemonnee. Tijd even om te bezinnen. Het grootste deel van de verplaatsingen met de wagen kan sneller, veiliger en zuiniger met de fiets, te voet of met openbaar vervoer. Hier en daar een spaarlamp installeren of grote huishoudelijke verbruikers uitschakelen, sluipverbruik opsporen of minder afval veroorzaken. Plots zijn we heel wat gevoeliger voor wat onze portemonnee raakt.

Onze economie heeft er baat bij als oudere en vervuilende wagens naar de sloop gaan en milieuvriendelijk gerecycleerd worden. Europese beleidsvoerders maken zich echter te veel zorgen over tewerkstelling en te weinig over patenten en onroerend goed. Overheidssteun wordt zo doorgesluisd naar bedrijven die de arbeidskost van zich afschuiven en rijk worden aan de patenten, verhuren van bedrijfsterreinen en de technologie. Europa is een van de weinige partners met voldoende financiële armslag: tijd om dat te verzilveren en het financieel voordeel door te schuiven naar de burger die kiest voor minder vervuilend vervoer.

En eindelijk eens tijd maken om op school te leren wat milieuvriendelijke technologie nu is en hoe je er best gebruik van maakt. Onbekend is onbemind, zo ook de energie die de zon, de wind en de getijden ons gratis leveren. Ook die technologie moet ontwikkeld worden en zorgt voor tewerkstelling. Productie, plaatsing, onderhoud en selectieve afvalverwerking zorgen voor tewerkstelling. Kinderen die zich met de fiets naar school gaan leven gezonder, ouders hebben meer tijd, er is minder vervuiling en sluipverkeer. Leve de fiets.

Tijd ook om de kaart te trekken van openbaar vervoer. Ook hier kunnen we investeren in méér vervoer, maar ook in milieuvriendelijke technieken. Méér tewerkstelling in eigen land of buurland. Maar dan moet het openbaar vervoer sneller doorstromen. Dat kan enkel als de bus of tram niet in de file staat. Meer eigen bedding kan een oplossing zijn, maar enkel indien die bedding ook voor fietsers geschikt is. Het is een vicieuze cirkel: het openbaar vervoer gaat niet vooruit vanwege de files, dus gaan we maar met de wagen.

Guido Van Peeterssen.