donderdag 10 december 2009

VZW Monica reageert op ‘huisarts vrijgepleit van vijfvoudige moord’

De raadkamer van Brugge heeft een huisarts uit Oostende vrijgesteld van vervolging. De man werd beschuldig van vijfvoudige moord door onterechte euthanasie. De huisarts diende destijds vijf hoogbejaarde, dementerende patiënten een dosis morfine toe. Hij had niet de bedoeling om hen te doden, maar wel om hun lijden te verzachten. De patiënten stierven kort na de toediening. De vzw Sint-Monica, beheerder van enkele lokale rusthuizen, diende een klacht in wegens onwettelijke euthanasie, in de praktijk vijfvoudige moord. Het parket opende een onderzoek en de dokter moest drie dagen naar de cel. Opmerkelijk is dat de familieleden van de overleden bejaarden steeds achter de dokter zijn blijven staan. Zij wisten dat door het toedienen van morfine de bejaarden sneller konden sterven. Experts hebben het over een belangrijk precedent.

De VZW Monica reageert op de uitspraak van de Brugse raadkamer: buitenvervolgingstelling is geen vrijspraak. Het is wel zo dat de raadkamer oordeelde op basis van de gegevens waarover ze beschikte onvoldoende waren om de betrokkene naar assisen of correctionele te verwijzen. Uit het expertenverslag blijkt dat er door de arts vaak geen goede dossiervorming was en de communicatie met de andere zorgverleners te wensen over liet. De VZW stelt naar eigen zeggen het gebruik van pijnstillers zoals morfine in twijfel. Hoe ver ga je met pijnstillers en wat is de doelstelling van het gebruik: pijn verminderen omwille van comfortverhoging, levensverkorting of bewust het leven beëindigen?

Deze pijnlijke zaak, en de reactie van de katholieke zuil, wijst er nog eens op dat instellingen onvoldoende onderscheid maken tussen pijnbestrijding en euthanasie. Bij vrijspraak had de arts in kwestie de verdiende gewetensrust om zijn werk verder te zetten. Een vrijspraak gaf hem de mogelijkheid om in de toekomst zijn patiënten bij te staan, ook op moeilijke momenten. Pijnbestrijding bij patiënten wordt gezien de complicaties van dit gerechterlijk onderzoek extra delicaat. Deze situatie bemoeilijkt de opties die de man als arts heeft: bij een eventuele toekomstige klacht worden de huidige feiten toegevoegd aan het nieuwe dossier. Dit is geen gezonde situatie, vooral nu blijkt dat de instelling de arts afrekent op andere feiten.

Wim Distelmans, professor palliatieve zorg aan de VUB en voorzitter van de federale commissie euthanasie reageert in de Morgen: "Ik pleit voor een federale commissie die kan dienen als buffer tussen arts en parket. Telkens als er een klacht komt, zou die commissie kunnen oordelen of er een gegronde reden is voor twijfel, of dat het om een goede medische beslissing ging". Volgens de professor is het nodig dat er, net zoals voor euthanasie, een duidelijke wettelijke regeling komt voor de andere beslissingen omtrent het levenseinde. Op dit moment is de wet te vaag, terwijl de situatie toch erg vaak voorkomt: volgens de recentste gegevens wordt meer dan een kwart van de overlijdens in Vlaanderen ongewild versneld door pijnmedicatie. De reactie van Yves De Smet in De Morgen spreekt voor zichzelf: http://www.demorgen.be/dm/nl/2462/Standpunt/article/detail/1040191/2009/12/10/Grijze-zone.dhtml

dinsdag 16 juni 2009

Geef geen geld aan bedelaars.

Iedereen kent het fenomeen van de bedelaars die u op de meest ongelegen plekken opwachten. En vaak geeft men die sukkelaar een aalmoes, maar is dat zo een goede beslissing? De stad Rotterdam voerde met kerstmis 2006 een heuse campagne om bedelaars geen cent te geven. Het feit dat de meeste bedelaars uitkeringsgerechtigd zijn en gemakkelijk tot 150 euro per dag ‘vangen’ met bedelen deed de deur dicht. Vaak gaat dat geld naar drugs en andere verslavingen. Om de overlast tegen te gaan voeren steeds meer landen een nul tolerantie in tegen bedelen. Het geven van geld aan bedelaars is daar zelfs strafbaar.

Bovendien hangt er rond bedelen een crimineel sfeertje. We kennen allemaal het verhaal van de vader die rondtoert met de Mercedes om vrouw en dochters af te zetten voor een rondje bedelen. Hele bedelbendes worden afgezet met een busje op verschillende strategische plaatsen, om dan s’avonds met zijn allen weer te vertrekken naar onbekende bestemming. Om dan nog maar te zwijgen over opdringerige bedelaars die niet tevreden zijn met wat men hen geeft. Meer dan één gulle gever kreeg als bedankje een klap in het gezicht. En wie in een drukke winkelstraat zijn portefeuille boven haalt laat meteen zien hoeveel hij op zak heeft en op welke plaats.

Dan is er nog de overlast en het ongenoegen dat bedelen oproept. Zo hangt er in sommige ondergrondse garages een penetrante geur van uitwerpselen. Wat verder zitten bedelaars met een blik bier in de hand of in de directe omgeving. Waar die mannen na het nuttigen van talloze blikjes bier hun blaas legen is meteen duidelijk. Maar ook in de omgeving van moskeeën duiken steeds meer vrouwelijke bedelaars op. Die vrouwen komen meestal uit de Balkan en zijn zeker geen moslim. En omdat het bij moslims de gewoonte is om aalmoezen te geven vindt je vaak Bulgaarse vrouwen aan de deur van de moskee maar niet aan de deur van een oerdegelijke Hollandse protestantse kerk.

Danny Lescrauwaet van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk verklaart in het Nieuwsblad dat het verkeerd is om geld of eten te geven aan bedelaars: zou hou je ze nog langer op straat en uit de handen van de hulpverlening. Stafmedewerker Danny Lescrauwaet: “Als je geld geeft, denken bedelaars dat ze altijd op straat kunnen overleven. Maar dat kan niet. Denk maar aan de strenge winters. Die zijn dodelijk. Vorig jaar zijn in Brussel zeven mannen en drie vrouwen die op straat leefden gestorven”. Als je geld wil geven, geef dan aan organisaties die de bedelaars opvangen, zoals straathoekwerking. Voor sans-papiers en illegalen is er helemaal geen oplossing. Zij passen zich niet aan in onze Westerse wereld en kunnen niet terecht in opvangcentra. Ze blijven genoodzaakt om in garages en kraakpanden te overleven.

woensdag 13 mei 2009

Wonen in de stad, niet goed en niet goedkoop.

Deze week was ik aanwezig op het colloquium 'Gent Woonstad: nieuwe woontrends'. Maar wat ik daar hoorde stemde mij niet vrolijk. De Gentse binnenstad is misschien een vrolijke en aangename stad, maar de Gentse rand dreigt zoals andere grote steden te verdrinken in een aantal problemen. Hier is Gent vuil en onaantrekkelijk en vluchten jonge en kapitaalkrachtige gezinnen. De huizen die ze achterlaten vallen ten prooi aan speculatie: het worden duurbetaalde en vervallen kamerwoningen. Wat anderen weer aanzet om de stad te ontvluchten.

Gent is een bruisende stad, een gastvrije stad en een cultuurstad. Er wordt ook gewerkt in Gent. Maar dat vindt je niet terug in de wooncijfers. De nieuwe inwoners zijn vaak studenten, maar als die studenten een job en de liefde van hun leven vinden dan trekken ze er vandoor. De nieuwe inwoners zijn steeds vaker gebuisde studenten die beroep doen op een leefloon. Er ontstaat een wisselwerking tussen Gent en de gemeenten in de rand. Wie als tweeverdiener een leuke baan én kinderen heeft verhuisd naar een aangename landelijke gemeente. Die gemeente heeft het echter niet begrepen op allochtonen en leefloners. Het OCMW van die welgestelde gemeente huurt dan een kamerwoning in Gent en dumpt daar wie onder haar vleugels wil schuilen. De anonimiteit van een grote stad zorgt ook voor een toevoer van immigranten die niet vertrouwd zijn met onze wooncultuur en niet van plan zijn zich daar in de nabije toekomst naar te schikken.

Het wordt eentonig en ik wil druggebruikers en failliete zelfstandigen niet over dezelfde kam scheren. Maar het is duidelijk dat een steeds groter wordende groep van onmondigen naar de stad gelokt wordt. Wie als ondernemer zijn zaak en zijn relatie naar de knoppen ziet gaan krijgt van zijn curator een anonieme kamerwoning aangeboden. De huur wordt dan meestal via de curator betaald. De buurman druggebruiker logeert dan op kosten van het OCMW. De bovenburen, dat zijn wel eens kandidaat politieke vluchtelingen wier verblijf door het OCMW van een welgestelde gemeente geregeld wordt. Als blijkt dat uw buren illegale russen zijn die druk bezig zijn een al even illegaal autohandeltje, dan is dat in elk geval goed voor uw talenkennis. Schijnhuwelijken en schijnechtscheidingen, het mag grappig klinken maar het is het niet. Bepaalde mensen hebben nood aan een postbusadres. Dat maakt dat sommige woningen meer brievenbussen dan stopcontacten tellen.

Tijdens het colloquium had ik een discussie: het AG Stadsontwikkelingsbedrijf is een belangrijke partner voor de (sociale) woningbouw. Ze hebben gronden, geld en de nodige kennis en ervaring. Toch lijkt het Stadsontwikkelingsbedrijf lichtjes gepolitiseerd. Het werd door de VLD fractie ontwikkeld om een aangenamere woonomgeving, meer groen en een betere economische ontwikkeling te creëren in Gent. Voor wonen richt het AG SOB zich op de realisatie van stadsvernieuwingsprojecten en op particuliere huisvestingsprojecten. Het groene aspect realiseert het parken in stadsvernieuwingsprojecten en maakt het gronden vrij voor tuinuitbreiding in dichtgeslibde woonblokken. Een betere economische ontwikkeling streeft het AG SOB vooral na door het beschikbaar maken van de broodnodige bedrijventerreinen. Jammer genoeg houdt het AG SOB zich na de bestuurswissel (richting SP.a) te veel op de vlakte. Risico nemen zit er niet meer in, dus ook de realisatie van nieuwe projecten.

De vraag is nu of een sociaal beleid ook een duur beleid is. Het antwoord is neen. Jammer genoeg maakt men ons wijs dat een sociaal beleid ook een duur beleid is. Kwestie van de mensen het nodige geld uit de zakken te schudden. Als men echter becijfert wat de prijs is van een liberaal beleid dan ontdekt men dat sociale huisvesting beduidend goedkoper kan. Maar eerst moet men verkrampte socialistische reflexen opzij schuiven. Het debacle van De Bank van de Arbeid en andere socialistische bolwerken, verzekeringsmaatschappijen en coöperatieven en zo meer leert ons dat socialisten ofwel gebuisde economen zijn ofwel niet kunnen omgaan met geld. Als men in Gent ruimte maakt voor een aantal PPS constructies die voldoende woningen zetten dan kan men die woningen nadat ze gebouwd zijn toewijzen. Dus éérst bouwen en dan toewijzen. Als men honderd woningen bouwt kan men de private partner een bepaald percentage laten verkopen of verhuren, conform de gangbare marktprijs. Dan komen de sociale woningbouwmaatschappijen en verhuurkantoren in gang: zij verkopen of verhuren iets boven kostprijs, dit om onverwachte kosten te recupereren. Het voordeel is dat zij specifieke woningen, ingericht voor bepaalde doelgroepen kunnen aanbieden. En tegelijk de sociale mix garanderen. Hier wordt vooral gewerkt met premies die overheid verschaft.

Dan komen de stadswoningen, hier knelt het schoentje. Een stad kan binnen een project een beperkt aantal woningen reserveren voor hen die het niet kunnen betalen. De stad kan dan een deel van de huur zelf ophoesten. Meestal is dat een beperkt deel van de huur, gaande van enkele percenten tot maximum de helft. Jammer genoeg wordt dit soort woningen vaak voorbehouden voor politieke vrienden die amper een fractie van de reële huurwaarde betalen. Het gevolg is dat de sociale woningmaatschappij er na een aantal jaren gewoon onderdoor gaat. Dat kan vermeden worden als de stad een eenvoudig engagement aangaat. Namelijk dat een woningproject nooit verlieslatend mag zijn. Die huurtoelage en het bedrag van die huurtoelage wordt op voorhand afgesproken.

Een rekensom: binnen een PPS project van 100 woningen neemt de private partner 60 woningen voor zijn rekening, die worden verkocht tegen marktprijs. De sociale huisvestingsmaatschappij en de stad nemen elk twintig woningen voor hun rekening. Alle partners komen overeen dat het project 20 miljoen euro zal kosten en voor 21 miljoen euro op de markt gebracht wordt, kwestie van de prefinanciering en de onverwachte kosten te dekken. Het Stadsontwikkelingsbedrijf investeert dan in 20 woningen, kostprijs 4 miljoen euro. Maar het deelt ook in het miljoen dat het project moet opbrengen, zijnde 200.000 euro. De stad beslist om 15 huurders financieel bij te springen, gaande van 50 tot 250 euro per woning. De totale huursubsidie komt daardoor op 2.000 euro maandelijks of 24.000 euro per jaar. De stad betaalt die huursubsidie aan het Stadsontwikkelingsbedrijf die de gestorte bedragen aftrekt van de te betalen huurgelden. Een zeer gemakkelijke, efficiënte, goedkope en eerlijke maatregel om met één project 100 gezinnen te huisvesten. Van zodra het project voldoende gefinancierd is kan een volgend project gestart worden.

zaterdag 14 maart 2009

De olieprijs kan niet hoog genoeg.

Vandaag lees ik dat het Internationaal Energie Agentschap (IEA) het oliekartel OPEC gemaand heeft de productie niet te verlagen om de prijzen op te krikken. Volgens het IEA zouden hogere prijzen ongunstig uitpakken voor de wereldeconomie. Maar de OPEC liet weten bang te zijn dat de prijzen verder dalen. Het oliekartel verklaarde dat dit het belangrijkste thema zal zijn op de bijeenkomst van de OPEC lidstaten zondag in Wenen.

In tegenstelling tot de heren van het IEA zeg ik dat de prijs van ruwe aardolie niet hoog genoeg kan zijn. En dat niet alleen omdat het enorm veel energie kost om die aardolie op te sporen, aan te boren, te verwerken en te transporteren. Een stookolietanker trekt nu eenmaal een spoor van vervuiling achter zich. En het is niet omdat wij het niet merken dat deze vervuiling er niet is. Maar aardolie is ook een politieke factor die instabiliteit veroorzaakt: iedereen wil er zich meester van maken. Tijd dus om ons af te vragen of we die duurbetaalde energie wel moeten importeren en verbruiken aan hoog tempo. Of is het niet beter die broodnodige energie zelf op te wekken en te leren om er spaarzaam mee om te gaan?

Akkoord onze economie heeft energie nodig, en het is niet het moment om nog meer werkloosheid en economische problemen te veroorzaken. Maar mensen zijn plots heel wat zorgzamer en spaarzamer. Is het niet voor het milieu, dan wel voor hun portemonnee. Tijd even om te bezinnen. Het grootste deel van de verplaatsingen met de wagen kan sneller, veiliger en zuiniger met de fiets, te voet of met openbaar vervoer. Hier en daar een spaarlamp installeren of grote huishoudelijke verbruikers uitschakelen, sluipverbruik opsporen of minder afval veroorzaken. Plots zijn we heel wat gevoeliger voor wat onze portemonnee raakt.

Onze economie heeft er baat bij als oudere en vervuilende wagens naar de sloop gaan en milieuvriendelijk gerecycleerd worden. Europese beleidsvoerders maken zich echter te veel zorgen over tewerkstelling en te weinig over patenten en onroerend goed. Overheidssteun wordt zo doorgesluisd naar bedrijven die de arbeidskost van zich afschuiven en rijk worden aan de patenten, verhuren van bedrijfsterreinen en de technologie. Europa is een van de weinige partners met voldoende financiële armslag: tijd om dat te verzilveren en het financieel voordeel door te schuiven naar de burger die kiest voor minder vervuilend vervoer.

En eindelijk eens tijd maken om op school te leren wat milieuvriendelijke technologie nu is en hoe je er best gebruik van maakt. Onbekend is onbemind, zo ook de energie die de zon, de wind en de getijden ons gratis leveren. Ook die technologie moet ontwikkeld worden en zorgt voor tewerkstelling. Productie, plaatsing, onderhoud en selectieve afvalverwerking zorgen voor tewerkstelling. Kinderen die zich met de fiets naar school gaan leven gezonder, ouders hebben meer tijd, er is minder vervuiling en sluipverkeer. Leve de fiets.

Tijd ook om de kaart te trekken van openbaar vervoer. Ook hier kunnen we investeren in méér vervoer, maar ook in milieuvriendelijke technieken. Méér tewerkstelling in eigen land of buurland. Maar dan moet het openbaar vervoer sneller doorstromen. Dat kan enkel als de bus of tram niet in de file staat. Meer eigen bedding kan een oplossing zijn, maar enkel indien die bedding ook voor fietsers geschikt is. Het is een vicieuze cirkel: het openbaar vervoer gaat niet vooruit vanwege de files, dus gaan we maar met de wagen.

Guido Van Peeterssen.