maandag 3 oktober 2011

Rector Van Cauwenberge opent academiejaar aan de UGent

In zijn rede bij de plechtige opening van het nieuwe academiejaar pleit rector Paul Van Cauwenberge onder meer voor gelijke kansen binnen de universiteit; niet enkel voor vrouwen, maar ook voor goede kansen op ontplooiing voor studenten en voor een beter bevorderingsbeleid voor het zelfstandig academisch personeel. De rector sluit zich aan bij het Vlaams Parlement, dat vorig jaar al stelde dat de UGent en de autonome hogescholen een vergelijkbare autonomie en beheersstructuur moeten krijgen als de vrije instellingen. Rector Van Cauwenberge, die sinds 1 oktober voorzitter is van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), pleit ook voor een open debat aan universiteiten en hogescholen. Als voorzitter van de VLIR wachten rector Van Cauwenberge tal van grote dossiers. Zo is er de integratie van de academiserende hogescholen binnen de universiteit, met bijhorende knelpunten zoals afspraken rond gebouwen en financiële regelingen, inhoudelijke curriculumafstemming waarbij de eigenheid en de finaliteit van de te academiseren hogeschoolopleidingen minstens worden bewaard, en liefst nog versterkt, aandacht voor regionale verzuchtingen enzovoort. Verder is er de voorbereiding van de tweejarige masters in de humane wetenschappen vanaf academiejaar 2014-2015 en de daaraan gekoppelde vraag naar de invoering van brede bacheloropleidingen.



Gelijke kansen binnen de UGent liggen rector Van Cauwenberge sinds het begin van zijn mandaat nauw aan het hart. De principes van een nieuw bevorderingsbeleid voor professoren zijn intussen goedgekeurd door de raad van bestuur. De UGent telt momenteel immers het minst professoren in het hoogste deelkader van alle Vlaamse universiteiten. In het nieuwe, transparantere systeem krijgen hoofddocenten ook individuele doelstellingen om tot hoogleraar bevorderd te worden en hoeft er niet langer een vergelijkende competitie tussen collega’s plaats te vinden. Voor de meest briljante hoofddocenten wordt een competitief fast track model voorzien, waarvan de modaliteiten nog bepaald moeten worden. Om ook de gelijke kansen voor mannen en vrouwen te bevorderen, heeft de beleidscel Diversiteit en Gender van de UGent voorstellen uitgewerkt om meer vrouwen in (de hogere regionen van) het ZAP kader te halen. Voor de UGent geldt niet de wettelijke verplichting dat minimum een derde van de leden van een raad of commissie van het andere geslacht is, maar de rector stelt dat de universiteit dit wel aan zichzelf verplicht is. Ten slotte werkt de UGent ook volop aan projecten die studenten de volle kans willen bieden om zich op hoog niveau te ontplooien tijdens hun studies.


Maar een gelijkekansenbeleid en excellentiestreven gaan hand in hand. Daarom werden onder meer docententrainingen en onderwijsevaluaties ingevoerd. En hoewel dit soms administratieve overlast met zich meebrengt, leiden de inspanningen ontegensprekelijk ook tot een verbetering van het onderwijsniveau. Gelijke kansen op hoog niveau betekent ook dat de universiteit haar  beste studenten de nodige uitdagingen bezorgt en hen in staat stelt hun volle potentieel aan te wenden. Met dit doel voor ogen werden reeds in de faculteiten Diergeneeskunde en Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen zogenaamde “honour’s programmes” uitgetekend waarbij excellente studenten vroeg in de opleiding in contact worden gebracht met wetenschappelijk onderzoek. Rector Van Cauwenberge vraagt tot slot aan alle betrokkenen om ook de UGent gelijke kansen op hoog niveau te geven om een universiteit van wereldklasse te blijven en zelfs nog te verbeteren. Het statuut van de UGent wordt geregeld door het Bijzonder Decreet van 1991. De rector sluit zich aan bij het Vlaams Parlement, dat vorig jaar al stelde dat de UGent en de autonome hogescholen een vergelijkbare autonomie en beheersstructuur moeten krijgen als de vrije instellingen. Dit houdt onder meer in dat ze meer autonomie dienen te krijgen in de interne organisatie, en dat ze zelf de bevoegdheden aan de diverse bestuursorganen kunnen toewijzen. De UGent wil echter ook dat het pluralistisch karakter van haar instelling verankerd wordt, en dat het unieke participatiemodel waarin al haar geledingen medebeslissingsrecht hebben op alle beleidsniveaus, behouden blijft. De rector hoopt vanuit de UGent hierrond snel een voorstel te kunnen formuleren.

Geen opmerkingen: