vrijdag 3 september 2010

Aantal Nederlandstalige Brusselaars manipulatief.

Het is ongehoord dat de Vlamingen en de Nederlandstalige Brusselaars voor de zoveelste keer geschoffeerd worden. Volgens een onafhankelijke studie van de UCL (Franstalig) zouden er nog slechts 55.000 Vlamingen in Brussel wonen, goed voor 5% van de Brusselse bevolking. Het Franstalige deel van de Brusselse bevolking zou volgens deze studie 67 % bedragen, terwijl het buitenlandse aandeel 28 % zou zijn. Het is geen toeval dat deze studie nu het daglicht ziet. Het is het gedroomde argument om de verdeelsleutel voor Brusselse gelden aan te passen (van 80/20 naar 93/7).

De “onderzoekers” houden rekening met verschillende criteria, die ze naargelang het hen goed uitkomt gebruiken of negeren: cijfers uit het Rijksregister, geboorteakten, de taal van belastingsaangiften, verkiezingsresultaten en data van de gemeenten. De “onderzoekers” stellen onder meer vast dat nauwelijks Nederlandstalige geboorteakten worden opgesteld in het gewest. In Brussel maakt het Nederlandstalige aandeel slechts 3 % uit. Bij de voorbije federale verkiezingen behaalden de kandidaten op uitsluitend Nederlandstalige lijsten nog steeds zo’n 11,3 procent van de geldige stemmen in de Kamer. Voor de belastingsaangiften ligt het aandeel in het Nederlands met 7 % nog hoger dan de conclusie van de auteurs. Bovendien vragen we ons af waar de “onderzoekers” de 10 % van de Brusselaars catalogeren die het Nederlands met een andere taal combineren. Worden die gemakshalve maar bij de Franstaligen geteld? En het is geweten dat heel wat Nederlandstaligen in Brussel een Franstalige identiteitskaart hebben, en dat hun geboorteaangiftes in het Frans worden genotuleerd, ook al omdat talrijke gemeentelijke ambtenaren onvoldoende Nederlands spreken of willen spreken. Het is hoogst bedenkelijk dat deze verfransingspolitiek van de Brusselse gemeenten om Nederlandstaligen steevast als Franstaligen in te schrijven nu als argument gebruikt wordt.

Bovendien worden de nieuwe Belgen veel te gemakkelijk gecatalogeerd als Franstalig omdat zij zich van het Frans bedienen als ‘lingua franca’. Nochtans blijkt dat een aanzienlijk percentage van hun kinderen in het Nederlandstalig onderwijs terecht komt. Mede hierdoor kan worden vastgesteld dat 22% van de Brusselse kinderen school loopt in het Nederlandstalig Brusselse basisonderwijs. Indien we de cijfers van de UCL anders interpreteren, kunnen we stellen dat er 22% Nederlandstaligen in Brussel wonen. Wel moet erkend dat het aantal Nederlandstaligen in Brussel de voorbije jaren systematisch is gedaald. Dit blijkt o.m. uit de evolutie van het aantal Nederlandstaligen in de kiesregister. Ook al liggen deze cijfers ten gevolge van het anti-Vlaamse beleid in veel gemeenten heel wat lager dan de realiteit, de tendens kan niet ontkend worden. De aanhoudende immigratie werkt de ontnederlandsing van Brussel en Vlaams-Brabant in de hand. Daar moeten we een einde aan stellen.

Geen opmerkingen: