dinsdag 1 februari 2011

Strijksector wil Milquet voor de rechter dagen!

Ruim drie jaar lang vragen strijkwinkels, strijkateliers en wasserijen, zowel in de sociale als in de reguliere sector, om de regelgeving met betrekking tot de dienstencheques aan te passen. Meermaals werd bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg aangedrongen om de dialoog aan te gaan, met de bedoeling te zoeken naar haalbare oplossingen. Mails blijven onbeantwoord en afspraken worden op de lange baan geschoven. Ondertussen houden de problemen tijdens de diverse controles aan. Onder meer daardoor staan er in deze sector ongeveer 12.000 banen voor laaggeschoolden op de tocht. De ademruimte ontbreekt om te wachten op de installatie van een nieuwe regering die knopen kan en wil doorhakken. Daarom onderzoekt de strijkbranche de mogelijkheid om via gerechtelijke weg snel een akkoord af te dwingen.

Maarten van Severen van de Federatie van de Belgische Textielverzorging, fungeert in deze als spreekbuis voor de hele sector: “Het wassende water staat de uitbaters van strijkateliers tot aan de lippen. De situatie wordt stilaan onhoudbaar. De rendabiliteit ligt in deze sector lager dan ooit. Economische factoren, zoals de toenemende kosten voor energie en lonen, drijven de uitbaters van de strijkwinkels in het nauw. In allerlei discussies worden ze bovendien in één adem genoemd met de hulp-aan-huis strijkers. Terwijl er een wezenlijk verschil is, ook al worden ze met dezelfde dienstencheques betaald. De thuisstrijkers moeten namelijk niet investeren in gebouwen en machines. Daarenboven zullen ze ook nooit geconfronteerd worden met controles, omdat de RVA in beginsel nu eenmaal geen controles mag verrichten bij privé personen. Doordat de regelgeving en administratie verre van waterdicht en duidelijk is, worden diverse bedrijven ook nog eens beboet voor fouten, daadwerkelijke vergissingen, en zeker geen bewuste fraude. We staan trouwens niet toe dat iemand het vege lijf zou redden op de kap van de belastingbetaler. Iedere vorm van fraude met dienstencheques, kleinschalig zowel als in georganiseerd verband, veroordelen we ten stelligste. Ondertussen heeft een flink aantal bedrijven omwille van de aanslepende problemen en onduidelijkheid de strijkactiviteiten echter wel al stopgezet. De meeste andere zijn het getalm van de overheidsdiensten beu, en gaan op zoek naar een alternatieve broodwinning. Doodjammer. Zeker omdat de strijksector het tweede grootste aantal banen heeft gecreëerd in het dienstenchequesysteem. Duurzame tewerkstelling wel te verstaan".

De regelgeving rond de dienstencheques stipuleert dat het gebruik van dienstencheques gelijk moet staan aan 100 % extra tewerkstelling. In 2004 stond toenmalig Minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke via een convenant echter een afwijking toe op deze regel: voor de strijksector moest de bijkomende tewerkstelling slechts drievierde bedragen van het aantal gevaloriseerde dienstencheques. In het convenant heet dat ‘substitutie’. Bij latere RVA controles werd deze afwijkregeling evenwel niet erkend of als ondergeschikt beschouwd aan het KB. Mede daarom vroegen we al in de herfst van 2007 om een wijziging van de regelgeving. In de hoop en de volle overtuiging dat er spoedig een antwoord (positief dan wel negatief) zou komen. Het resultaat: een KB waarin het convenant (de afwijkregeling) werd afgeschaft en extra regelgeving waardoor het helemaal onmogelijk werd voor de strijkbedrijven om aan de wetgeving te voldoen. In mei 2008, toen Mevrouw Milquet inmiddels benoemd was tot bevoegd minister, werd deze materie opnieuw aangekaart. En we deden desbetreffend een aantal bruikbare suggesties.”

Maarten van Severen: “Intussen raken onze leden er steeds meer van overtuigd dat het Ministerie van Werk eigenlijk het Ministerie van ‘Duimen Draaien’ zou moeten heten. Het laatste gesprek met het kabinet van minister Milquet dateert intussen van 12 mei 2010. Daarna niets meer. Met als excuus dat er zonder regering ook geen beslissingen ten gronde kunnen genomen worden. Maar niets belet al die overheidsdiensten toch om in afwachting van een nieuwe (of oude) baas initiatieven te nemen, gesprekken te voeren, voorstellen te formuleren... Helaas, niets van dit alles. Omdat dit blijkbaar niet onder de noemer ‘lopende zaken’ valt. Voor vele van onze leden dreigen dit echter ‘aflopende zaken’ te worden. De regelgeving is niet aan hun activiteiten aangepast en de controles leiden tot discussies die je als ondernemer nooit kunt winnen. Bovendien krijgen deze professionele strijkers door een ongelukkige keuze van illustrerend beeldmateriaal in diverse media ook nog eens het etiket van fraudeur opgekleefd. Je zou voor minder de strijkplank aan de haak hangen.”

Deze dienstverlening heeft wel degelijk haar nut bewezen. Dagelijks maken vele duizenden jonge gezinnen er dankbaar gebruik van. Omdat ze dan naast hun drukke beroepswerkzaamheden wat tijd vrij kunnen maken voor leukere activiteiten. In het weekend strijken in plaats van een etentje of een filmpje: wie wil dat nu? Niet alleen voor deze jonge mensen zal het eventuele verdwijnen van de strijkdiensten met dienstencheques een gigantische tegenvaller zijn. Maar ook voor de duizenden laaggeschoolde medewerkers die op deze manier hun eigen levensstijl kunnen garanderen. De kans dat ze binnenkort terug naar de betaalde werkloosheid moeten is groot. Zover mag het echter niet komen. Omdat de belangen van tienduizenden gezinnen op het spel staan, neemt de strijksector niet langer een afwachtende houding aan. Heel wat jobs staan op de helling omdat men op een ministerie nu al verplicht negen maanden niets doet, gewoon omdat er geen regering is? Daarom besloot FBT in overleg met de sociale sector en UNIZO om andere wegen te bewandelen. Maarten van Severen: “We namen al een advocaat onder de arm om te onderzoeken welke juridische stappen er mogelijk zijn om een akkoord via gerechtelijke weg af te dwingen. Tegelijk onderzoeken we de mogelijkheid om de bevoegde minister wegens nalatigheid aan te klagen. Dit alles in afwachting van verdere acties om onze verzuchtingen te onderstrepen. Als de problemen niet op een gewone manier glad gestreken geraken, dan is het nu echt wel tijd om er wat stoom in te blazen.”

Telkens weer als de regeringsonderhandelingen stroppen, horen we specialisten verklaren dat de economie van ons land niet echt in gevaar komt, omdat de financiële markten niet fel reageren. Deze economisten zien echter enkel het grote plaatje. Onderhuids broeit er een etterbuil die zal openbarsten bij talloze bedrijven en instanties, in zowat alle sectoren. Hun problemen geraken niet opgelost, omdat de ministeries nu al meer dan 250 dagen worden lam gelegd. “Lopende zaken” is daarbij de toverterm. Maarten van Severen: “Wij willen iedereen die deze stilaan uitzichtloze situatie herkent, oproepen om ons voorbeeld te volgen en ook andere kabinetten, ministers, de hele staat… voor de rechter te dagen wegens schuldig verzuim. Enkel op die manier zullen de politici begrijpen dat de economische gevolgen van hun getreuzel veel groter zijn dan eventuele speculaties van beleggers en de stijgende rente op de staatsschuld”. Link: http://www.fbt-online.be/


Guido Van Peeterssen.

Geen opmerkingen: