zaterdag 12 november 2011

Rekenhof publiceert Vlaams rekeningenboek over 2010

Na het crisisjaar 2009 herstelden de Vlaamse openbare financiën zich enigszins in 2010. Volgens de uitvoeringsrekening boekte de Vlaamse overheid een kastekort van bijna vijfhonderd miljoen euro, wat nieuwe leningen vergde voor dit bedrag tegen een intrestvoet die licht boven het marktreferentietarief lag. De totale Vlaamse schuld steeg tot 6,6 miljard euro tegen het einde van 2010. De financiële schulden bij de Vlaamse openbare instellingen in de consolidatiekring van de Vlaamse overheid daalden lichtjes met 24 miljoen euro. De gewaarborgde schuld nam in 2010 toe van 8,9 miljard euro tot bijna 10,2 miljard euro. De uitwinning van de overheidswaarborg op gewaarborgde schulden verdrievoudigde van 10 miljoen euro in 2009 tot bijna 30 miljoen euro in 2010. In 2011 kwam een einde aan de jarenlange vertraagde voorlegging van de rekeningen van de Vlaamse openbare rechtspersonen, die ongeveer een derde van de totale budgettaire massa van de Vlaamse overheid uitmaken.

In het kader van zijn onderzoek van de diverse rekeningen 2010 kwam het Rekenhof tot een aantal belangrijke conclusies: de Vlaamse Belastingdienst haalde in 2009 en 2010 nog niet de gestelde effectiviteitsnormen voor de inning van de Vlaamse onroerende voorheffing; de stelselmatige stijging van het aantal lopende geschillen kan op termijn de buffercapaciteiten van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging verminderen; een gebrekkige verantwoording van de gemaakte kosten kenmerkt de subsidiëring van het lokaal sportbeleid door het BLOSO; bij gebrek aan de vereiste vergunningen heeft Vlaanderen tot op heden nauwelijks gebruik kunnen maken van de baggerstorten in Kruibeke en Zwijndrecht en de eerste Vlaamse effectiseringsoperatie, de omzetting van hypothecaire leningen van erkende kredietmaatschappijen in obligaties, mislukte bij gebrek aan voldoende leningvolumes. De financiering van Vlaams universitair onderzoek en ontwikkeling is ten slotte complex, ondoorzichtig en weinig gebruiksvriendelijk.

Resultaten
De Vlaamse overheid sloot het begrotingsjaar af met een kastekort van 491,490 miljoen euro, tegenover een tekort van 5.820,9 miljoen euro in 2009 door de KBC-reddingsoperatie. Het netto kastekort is gefinancierd met nieuwe leningen. Daardoor steeg de Vlaamse schuld met bijna 502 miljoen euro tot 6.611,4 miljoen euro eind 2010. De intrestvoet lag voor de twee in 2010 aangegane leningen respectievelijk 7 en 15 basispunten boven het marktreferentietarief. De schuld waarvoor de Vlaamse overheid waarborgen verleende, nam in 2010 toe tot bijna 10,2 miljard euro (+10%). De uitwinning van deze waarborgen verdrievoudigden in 2010 en kostte Vlaanderen in 2010 bijna dertig miljoen euro.

Rekeningen Vlaamse openbare rechtspersonen
De minister van Financiën en Begroting heeft nagenoeg alle jaarrekeningen over 2010 van Vlaamse openbare rechtspersonen tijdig aan het Rekenhof voorgelegd. Daarmee is een einde gekomen aan de jarenlange vertraagde voorlegging. De controle van het Rekenhof op deze rekeningen leverde een aantal belangrijke opmerkingen op. Zo heeft het Financieringsfonds voor de Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven aanzienlijke verwijlintresten opgelopen, ontbreekt een duidelijke beleggingsstrategie bij het Vlaams Toekomstfonds, heeft het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs nagelaten 37 miljoen euro subsidies budgettair aan te rekenen wegens kredietuitputting en bieden de rekeningen van het Eigen Vermogen Flanders Hydraulics te weinig financiële transparantie.

Algemene rekening
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting heeft ook de algemene rekening van de Vlaamse Gemeenschap over 2010 tijdig voorgelegd. Na deze voorlegging vonden echter nog correctieboekingen plaats en het Rekenhof heeft vastgesteld dat de rekeninggegevens soms afwijken van de cijfers in het boekhoudsysteem van de Vlaamse overheid. In afwachting van een reactie van de minister, kan het Rekenhof zijn controle voorlopig niet afsluiten.

Vlaamse Belastingdienst
In zijn rekeningenboek rapporteert het Rekenhof ook over enkele recente onderzoeken. Zo onderzocht het de inkohiering en inning van de onroerende voorheffing door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL). Het concludeerde dat VLABEL over een degelijke organisatiebeheersing beschikt, maar dat het hem soms ontbreekt aan beheers- en beleidsinfo en dat manuele opvragingen en bewerkingen tijdverlies en een risico op vergissingen meebrengen. De dienst haalde voor de aanslagjaren 2009 en 2010 bovendien niet de effectiviteitsnormen uit zijn beheersovereenkomst, vooral door de moeizame start van het Vlaams Fiscaal Platform in 2009. Voorts sleept de behandeling van bezwaren soms aan, ook voor grote bedragen. VLABEL heeft als reactie op de opmerkingen van het Rekenhof de intentie verwoord zijn organisatiebeheersing nog verder te zullen verbeteren.

Bankencrisis
Het Rekenhof rapporteerde in zijn vorige rekeningenboek over de verschillende steunmaatregelen waarmee de Vlaamse Regering aan de dringende liquiditeitsbehoeften van een aantal Belgische banken ingevolge de financiële crisis wilde tegemoetkomen. In het huidige rekeningenboek geeft het een overzicht van de evolutie sinds 2010.

Fonds voor de Lastendelging
Het Vlaams Fonds voor de Lastendelging kan door een gebrekkige informatieverstrekking vanuit de beleidsdomeinen de geschillen waarin het zal moeten tegemoetkomen niet goed begroten. Bovendien verwerkt het de aangeleverde informatie niet altijd transparant in zijn begrotingen. De huidige intering op de reserves gaat bovendien in tegen de stelselmatige stijging van het aantal lopende geschillen. Dat kan op termijn leiden tot een uitholling van de buffercapaciteiten van het fonds.

Investeringsmaatschappijen
De Vlaamse investeringsmaatschappijen waren volgens het Rekenhof in de periode 2000-2010 allemaal winstgevend en hadden gezamenlijk een positieve financiële impact op het Vlaams Gewest.

BLOSO-subsidiëring voor lokaal sportbeleid
Het BLOSO volgt de subsidiëring van het lokaal sportbeleid, in het bijzonder de verantwoording door de gemeenten en provincies van de gesubsidieerde kosten, vrij goed op. De gemeenten betalen de subsidies aan de sportverenigingen echter soms laattijdig uit en bezorgen het BLOSO niet altijd de onderliggende betalingsbewijzen. Onduidelijkheden in de reglementering maken bovendien dat het BLOSO de vaak creatieve interpretaties van de gemeenten en provincies moet aanvaarden, vooral wat het behalen van de minimumsubsidiebedragen per specifieke doelgroep betreft. Ook op dat vlak onderbouwen de gemeenten en provincies hun verklaringen nauwelijks. De Vlaamse minister van Sport toonde zich bereid de aanbevelingen van het Rekenhof in de praktijk te brengen.

Grindfonds: thesauriebeheer
De snelle uittreding van het Grindfonds uit het systeem van centrale kasbelegging langs het Centraal Financierings Orgaan (CFO) leidde ertoe dat het Grindfonds zijn nieuwe beheerdersrol niet onmiddellijk ten volle kon spelen. Bovendien bracht de afschaffing van de CFO-vergoeding vanaf 1 januari 2011 mee dat het fonds geen vergoeding ontving voor zijn in 2010 goed beheerde thesaurie, hoewel het daar volgens zijn oprichtingsdecreet recht op heeft. Het Grindfonds voert sinds 2011 ten slotte een vrij degelijk thesauriebeheer, zij het nog niet geheel transparant, onderbouwd en controleerbaar.

Minafonds: uitgaven ANB
Het Rekenhof heeft de uitgaven van het Agentschap Natuur en Bos langs de DAB Minafonds onderzocht. Het stelde vast dat het agentschap deze uitgavendossiers in 2010 weinig zorgvuldig beheerde en registreerde. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het agentschap al enkele remediëringsmaatregelen genomen of gepland.

Nv Lijninvest
In het kader van zijn controle op de rekeningen van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM), heeft het Rekenhof de oprichting en werking onderzocht van haar dochteronderneming, de nv Lijninvest, die instaat voor een gedeelte van haar investeringen, onder meer in tramlijnen. Het concludeerde dat de constructie met een dochteronderneming voldoende garanties op financiële transparantie inhoudt. Bovendien blijkt dat de VVM het eerste investeringsproject van de nv Lijninvest ook degelijk kan opvolgen.

Argexputten
Het Rekenhof heeft het Vlaams Parlement in april 2009 zijn vaststellingen bezorgd bij de huurovereenkomst voor de bergingsputten voor baggerspecie te Kruibeke en Zwijndrecht. Twee jaar na dit rapport zijn de vereiste vergunningen nog niet alle afgeleverd, waardoor de gehuurde stortcapaciteit van 4 miljoen m³ slechts voor 84.000 m³ (2,1% van de beschikbare capaciteit) kon worden aangewend. Wel werd al 26,7 miljoen euro huurgeld betaald.

Nv EVE
Met de nv Eerste Vlaamse Effectisering (EVE) wilde de Vlaamse overheid erkende kredietmaatschappijen financieren middels de omzetting van hun hypothecaire leningen in obligaties. De eerste twee effectiseringsoperaties kampten met kostenverhogende startmoeilijkheden, zoals te weinig expertise en het niet indekken van het renterisico. Zij kampten echter vooral met een te klein volume aan om te zetten hypothecaire leningen. De nv zag zich daardoor genoodzaakt de uitgegeven obligaties vroegtijdig af te lossen en haar activiteiten stop te zetten.

Administraties
In 2010 hebben diverse administraties bij kleinere overheidsopdrachten het principe van mededinging onvoldoende toegepast. Bij kleinere bestellingen legden ze vaak vooraf geen kredieten vast. Wat subsidies betreft, wees het Rekenhof op vaak inadequate verantwoordingsmodaliteiten en een vaak problematische reservevorming. Ook de onvolledigheid van verantwoordingsdossiers is een probleem. Bij een aantal administraties volstaat de interne controle nog niet.

Circuskunsten
In de aanvragen voor circuskunstsubsidies ontbreken vaak gegevens. Bovendien houden de adviezen van de beoordelingscommissie vaak geen duidelijke beoordelingen in. Ten slotte zijn de toekenningsbesluiten soms te vaag en verrekent de administratie soms niet subsidiabele kosten in de subsidiebedragen.

Zorgboerderijen en demonstratieprojecten
De subsidies voor zorgboerderijen kunnen terugvallen op een sterke interne organisatie, maar ook hier bleken dossiers vaak onvolledig te zijn. Ook resten er tekortkomingen in het juridische kader. Ook voor demonstratieprojecten past de administratie de regelgeving vrij correct toe, ondanks het gebrek aan strikte bevoegdheidsafbakeningen en een niet altijd even zichtbare interne controle. Wel verliep de uitbetaling nogal traag.

Ontvangsten langs het Zorgfonds
Het Rekenhof controleerde voorts de ontvangsten via een selectie van ontvangstenartikelen. Voor 2010 selecteerde het de centrale invorderingen door de Vlaamse Belastingdienst voor het Zorgfonds. Het stelde vast dat de werking met drie verschillende, niet op mekaar afgestemde, databanken fouten meebrengt en soms zelfs onterechte gedwongen invorderingen. Bovendien is de invorderingsprocedure niet doelmatig georganiseerd. Een tweede onderzoek betrof de inning van ontvangsten door het beleidsdomein Bestuurszaken uit weddengeschillen en administratieve geldboetes. Daar stelde het Rekenhof de soms lange doorlooptijden vast en een nonchalante opvolging van de betalingstermijnen.

Universitair onderzoek
De financiering van de overheid voor Vlaams universitair onderzoek en ontwikkeling langs verschillende kanalen is complex, ondoorzichtig en weinig gebruiksvriendelijk. De financiering langs het Bijzonder Onderzoeksfonds steunt op een besluit dat vaak verschillende interpretaties toelaat, wat een evaluatie van de toepassing ervan bemoeilijkt en het beheer ervan compliceert. Voor de besteding van de interfacemiddelen, een ander financieringskanaal, is de regelgeving zo algemeen, dat controle moeilijk is. Ten slotte verwerken de universiteiten de financiering op diverse wijzen in hun boekhouding.

Geen opmerkingen: